En dat heeft negatieve gevolgen
Sommige inhalatoren voor mensen met astma bevatten een ontstekingsremmend middel dat de witte stof van de hersenen kan veranderen. Dat is geen goed nieuws: veranderingen in die witte stof kunnen leiden tot angst, prikkelbaarheid en een depressie.
Stof in inhalatoren
De conclusie werd getrokken door een onderzoeker aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Het onderzoek werd onlangs gepubliceerd in het medisch tijdschrift BMJ-Open. De stof waar het om draait, is glucocorticoïd (hormonen die lijken op de lichaamseigen stof cortisol). Het heeft een ontstekingsremmende werking en wordt daarom in verschillende medicijnen toegepast. Het zit dus ook in verschillende inhalatoren.
Kleine veranderingen
Merel van der Meulen, promovenda bij het LUMC, analyseerde met een groep collega’s hersenscans van mensen die glucocorticoïden gebruikten. In 222 gevallen ging het om medicijnen, in 557 gevallen om mensen die de stof inhaleerden. De scans van die groepen werden vergeleken met die van 24.000 niet-gebruikers. De conclusie was dat de witte stof bij gebruikers een afwijkende structuur had. Die witte stof verbindt verschillende hersengebieden en zorgt voor de communicatie tussen die gebieden. Wat er wel bij moet worden vermeld, is dat het om kleine veranderingen gaat. Gemiddeld nam de witte stof met 1 tot 2 procent af.
Meer bewustzijn
Volgens Onno Meijer (hoogleraar aan het LUMC) is de ontdekking opvallend. Wel merken de meeste patiënten volgens hem niet veel van de verandering in de hersenen. Alleen mensen die een hoge dosering krijgen of gevoelig zijn, zouden er iets van kunnen merken. Ze kunnen bijvoorbeeld minder vermogen hebben om kennis op te nemen of last hebben van stemmingswisselingen.
Meijer zegt dat de resultaten een extra reden zijn om op te passen met het gebruik van dit soort medicijnen. “De meeste dokters weten dit, maar niet alle dokters zijn zich er bewust van. Ik denk dat er ook dokters zijn die zeggen: ach, zo’n puffer kan geen kwaad. Het is goed dat die zich weer bewust worden van eventuele bijwerkingen en zo laag mogelijk doseren.” Hij vindt dat zowel artsen als patiënten op de hoogte moeten zijn van de mogelijke effecten, omdat een groot deel van de bevolking deze medicijnen gebruikt.
Alternatieven of afbouwen
Tegelijkertijd wil Meijer mensen niet onnodig angst aanjagen. Hij begrijpt dat artsen de bijwerkingen niet altijd willen noemen, ‘anders wil nooit meer iemand medicijnen.’ Ook is het geen goed idee om mensen spontaan met puffers te laten stoppen. “Het zal bijvoorbeeld voor longontstekingen zorgen. Dat is al helemaal niet goed. Ongetwijfeld zijn er ook mensen die best zonder kunnen, of minder vaak. Maar het is in de praktijk niet eenvoudig om dat te bepalen voor iedere gebruiker.” Het is volgens hem wel een goed idee om in veel gevallen te kijken of er alternatieven zijn of dat het gebruik kan worden afgebouwd. Herken je de klachten die in dit artikel genoemd worden? Dan raadt Meijer aan om naar de huisarts te gaan. “Of in ieder geval de voorschrijver ervan op de hoogte stellen. Die kan daar dan iets over zeggen.”
Lees ook: PBL: verwachtingen van kabinet bij uitkopen boeren niet realistisch
Bron: RTL Nieuws | Beeld: Pixabay