Ze sprak zachtjes, probeerde geen plotselinge bewegingen te maken. “Ik ben hier niet om je pijn te doen,” fluisterde ze, haar stem nauwelijks een zucht. Maar vlak voordat ze de pup bereikte, stapte de moederwolf naar voren en gromde laag, een waarschuwing.
Noemi bevroor, haar hart bonkte in haar borstkas. Maar ze kon nu niet meer terugkrabbelen. “Ik zal helpen,” fluisterde ze schor, “vertrouw me alsjeblieft.”
Haar handen trilden toen ze in het water knielde en naar het net reikte. Het zat verstrikt tussen de rotsen, de vezels strak en koppig. Ze werkte snel, haar spieren spanden zich aan terwijl ze met al haar kracht trok.