Jaren geleden ontdekte Diana tijdens een van haar ochtendwandelingen een klein leeuwenwelpje dat verstrikt zat in een jachtval. Het welpje was zwak, bang en nauwelijks in leven. Diana kon hem niet achterlaten. Met voorzichtige handen bevrijdde ze het welpje en bracht hem naar huis, waar ze hem weer gezond maakte met een mengsel van pap en genegenheid.
Simba groeide snel – en groeide! Vandaag de dag is hij meer dan twee meter lang op zijn achterpoten en weegt hij bijna 500 pond. Ondanks zijn grootte is Simba lief voor Diana. Hij krult zich vaak op aan haar voeten als een grote kat. Hun band is gebaseerd op vertrouwen en jaren van gedeelde momenten.
Maar leven met zo’n reusachtig dier is niet altijd gemakkelijk. Simba’s kracht is enorm en zijn speelse meppen kunnen per ongeluk meubels omver gooien. Diana heeft haar muren verstevigd en kwetsbare decoraties ingeruild voor stevige, onbreekbare spullen. Etenstijd is een andere uitdaging; Simba heeft een vraatzuchtige eetlust en Diana besteedt uren aan het bereiden van maaltijden die groot genoeg zijn om hem tevreden te stellen.
Ondanks de uitdagingen zou Diana het niet anders willen. Ze zegt dat Simba haar huis vult met vreugde en eenzaamheid op afstand houdt. Op de vraag waarom ze het risico heeft genomen om een leeuw te houden, zegt ze lachend: “Hij had mij nodig en ik hem.”
Hun unieke vriendschap is een herinnering aan hoe medeleven zelfs de grootste kloven kan overbruggen. Diana en Simba zijn het levende bewijs dat liefde geen grenzen kent, zelfs niet tussen soorten.