Halverwege bleef zijn touw haken aan een uitstekende klinknagel. Hij bungelde even, worstelde om het los te krijgen terwijl de spanning de kracht uit zijn armen haalde. Een vlaag van paniek welde op, maar hij kalmeerde zijn ademhaling. Met een scherpe ruk kwam het touw los en hij hervatte zijn klim.
Eindelijk bereikte Peter de rand van het schip. Met een laatste, slopende ruk zwaaide hij zich over het dek. De enorme, verlaten uitgestrektheid van het schip strekte zich voor hem uit, angstaanjagend stil. Uitgeput maar opgewonden staarde hij naar het vreemde, ijzige landschap waarvoor hij zo hard had gevochten.