Lily wiebelde en wees met een klein vingertje. “Hondje,” krijste ze. Op het moment dat Ranger Lily zag, verzachtte er iets in hem – een kleine kanteling van zijn kop, een nauwelijks waarneembare kwispel van zijn staart, als een lichtflits die door de mist sneed. Emily’s hart balde zich. Ze liet Lily een beetje zakken zodat de peuter het beter kon zien. Lily giechelde en stuiterde in haar moeders armen.
En toen deed Ranger iets waardoor Emily verstijfde. Hij stapte langzaam naar voren – niet longeren, het hek niet verdringen – en liet zijn hoofd voorzichtig zakken tot het op een paar centimeter van de metalen spijlen rustte. Zijn staart kwispelde weer, verlegen maar onmiskenbaar warm. David knipperde met zijn ogen. “Kwispelt hij naar haar?” Emily knikte, tranen prikten onverwachts achter haar ogen.