Er was weer iets tussen hen, hetzelfde stille begrip dat ze had gevoeld toen ze bij zijn kennel knielde. “We willen hem,” zei Emily voordat angst hem kon onderbreken. “We geven hem een thuis.” David inhaleerde scherp, maar sprak hem niet tegen. In plaats daarvan keek hij lang en hard naar Ranger, alsof hij een toekomst probeerde te lezen die alleen de hond kon zien.
“Oké,” zei hij uiteindelijk. “Maar we doen dit voorzichtig.” Maria knikte. “Voorzichtig is goed.” Ranger thuisbrengen was helemaal niet zoals Emily zich had voorgesteld. Er waren geen opgewonden kreten, geen zwiepende hallo’s. Hij stapte langzaam door de voordeur, elke pootbeweging weloverwogen.