Emily merkte dat ze zich elke dag een beetje meer ontspande. David… niet zo veel. Hij hield Ranger constant in de gaten. Telkens als Lily langsliep, bleef hij zweven – klaar om tussenbeide te komen als er iets vreemds aanvoelde. Emily kon het hem niet kwalijk nemen. Trauma veranderde dieren. Zelfs zachtaardige. En toch maakte Ranger nooit een verkeerde beweging.
Toen Lily haar kopje liet vallen, huiverde hij maar reageerde niet. Toen ze struikelde en zacht tegen zijn zij landde, verschoof hij niet eens. Toen ze giechelde en op zijn rug klopte, boog hij zijn hoofd, bijna verontschuldigend, alsof hij haar wilde geruststellen dat hij het niet kwaad bedoelde. Emily betrapte zichzelf erop dat ze een keer glimlachte – echt glimlachte – terwijl ze naar hen keek.