De wachtkamer voelde pijnlijk licht aan. Te helder voor hoe donker haar gedachten waren. Ze ging zitten en stond een seconde later weer op. Ze ijsbeerde. Ze drukte haar handpalm tegen haar mond. Alles herhalend als een nachtmerrie:
Lily die viel. Ranger longeren. Ranger zakt in elkaar. De slang rolde levenloos uit het gras. Hij had haar kind niet aangevallen. Hij had haar gered. Haar schuldgevoel bleef zich herhalen tot ze geen adem meer kreeg. Ze had zich niet gerealiseerd hoe lang ze daar had gezeten tot haar telefoon in haar zak zoemde – scherp, opschrikkend. David.