Hij ademde lang uit – een van die langzame uitademingen die betekenden dat hij redelijk probeerde te zijn, probeerde zijn zenuwen in evenwicht te brengen met haar zekerheid. “Oké,” zei hij uiteindelijk. “We kunnen… kijken. Gewoon kijken.” Emily ging rechterop zitten, haar ogen lichtten op. “Geen beloftes?” “Geen beloftes,” bevestigde hij. Maar het gefladder in Emily’s borst voelde gevaarlijk dicht bij hoop.
Soms had het leven geen grote veranderingen nodig – alleen een klein idee dat weigerde weg te gaan. En dit idee… bleef. Dus toen ze een paar dagen later het asiel bezochten, verwachtten ze geen van beiden dat de juiste hond vrijwel meteen tevoorschijn zou komen. Emily had verwacht dat het asiel luidruchtig zou zijn – maar niet zo luidruchtig. Het geblaf weerkaatste tegen de betonnen muren, een gestaag koor van opwinding en zenuwen.