Hij ijsbeerde niet. Hij ging zelfs niet liggen. Hij zat gewoon. Stil. Kalm. Hij keek naar hen. Zijn blik was stabiel, bijna verbijsterend – niet verwoed, niet smekend, gewoon bewust. Zijn oren spitsten zich naar voren toen ze naderden en voor het eerst sinds ze de schuilplaats binnenliepen, leek het geluid te vervagen. Emily stopte zonder het te beseffen.
“Whoa,” mompelde David. “Hij is stil.” De naam op het label luidde: Ranger – Duitse herder, 4 jaar oud. Geen lange beschrijving. Geen achtergrondverhaal. Alleen een naam. Emily zette Lily op haar heup en stapte dichterbij. Ranger’s ogen volgden hen met een voorzichtige, respectvolle nieuwsgierigheid – niet de overprikkeling die ze in de andere kennels had gezien. Hij blafte niet één keer.