Frustratie knaagde aan hem. Andrew stopte de modderige spade in zijn auto en reed terug naar het dorp. De archiefambtenaar herinnerde zich hem en trok een wenkbrauw op bij zijn terugkomst. Andrew vouwde de akte open, liet zijn markeringen zien en vroeg of dergelijke codes ooit eerder in officiële documenten waren gebruikt.
De klerk grinnikte ongemakkelijk. “Niet in akten, nee. Maar codes waren overal tijdens de oorlog. Sommige van de professoren hier hielpen ermee. Verborgen signalen in gewone teksten, kaarten vermomd als poëzie. Slimme manieren om te communiceren zonder ooit verdacht over te komen. Je oom had hetzelfde kunnen doen.”