De nieuwe coördinaten wezen naar de grond bij de afbrokkelende tuinmuur. Klimop wurgde gebroken steen, onkruid zo hoog als zijn middel. Het voelde verlaten, vergeten. Andrew staarde uit het raam en stelde zich zijn oom in oorlogstijd voor, die iets kostbaars in de aarde verborg dat niemand zou willen verstoren.
Toch hield het onbehagen aan. Wat als het geen schat of brieven waren? Wat als er botten onder lagen? De dood van zijn tante werd nooit volledig verklaard; er werd tientallen jaren over haar val gefluisterd. Hij zag Henry in gedachten – koud, terughoudend en achtervolgd. De kist die hij zocht zou hem misschien niet vrijpleiten. Het zou hem volledig kunnen veroordelen.