De schop beet diep, de grond brokkelde af in hardnekkige kluiten. Uren verstreken, armen trilden, zweet druppelde in zijn ogen. Hij pauzeerde alleen om zijn pijnlijke spieren te strekken. Maar het gat onthulde niets – geen kist, geen metaal, alleen eindeloze aarde. Frustratie laaide op. Had Henry een puzzel gemaakt zonder oplossing?
Hij zat op de muur en staarde naar de half gegraven kuil. De tuin spotte met hem, fluisterend in ritselende bladeren. Hij hoorde de stem van zijn vader, scherp en afwijzend: Henry hield altijd van zijn spelletjes. Hij maakte zichzelf gek met puzzels die niemand anders begreep. Was Andrew nu hetzelfde pad aan het volgen?