Ze liep naar de dichtstbijzijnde vuilniszak, half klaar om erin te scheuren, gewoon voor de voldoening, gewoon om iets te doen. Maar dat deed ze niet. Nog niet. Ze deed de zaklamp uit en bleef in het donker staan om haar ogen te laten wennen. De lucht was koel en stil. Boven haar kraakte de schuur vaag, het valluik nu uit het zicht.
Claire wierp een laatste blik op de kamer. Er was hier niets bijzonders. Geen schat. Geen geheime boodschappen. Gewoon troep, hoog opgestapeld en vochtig. En toch was er iets dat aan haar trok, iets dat dieper zat dan frustratie. Waarom dit verbergen? Waarom het afsluiten met een valluik als het er niet toe deed?