De “boomstam” torende nu boven de hoogwaterlijn uit, het water stroomde van de dikke vacht. Een volwassen grizzly stond daar, zijn schouders opgetrokken en zijn ogen op haar gericht. Instinct schreeuwde naar haar om weg te rennen. Ze deinsde achteruit, gleed uit en viel hard. De beer rukte op, langzaam en zeker, zijn poten dreunend op het natte zand.
Haar hartslag gonsde in haar oren toen hij het gat dichtte. Ze kneep haar ogen dicht, zette zich schrap voor de aanval en hoorde slechts een zware plof. Toen ze durfde te gluren, zat de beer recht voor haar, reusachtig en stil, toekijkend alsof hij haar volgende zet afwachtte.