Ze overwoog om te draaien, maar een vage zilverachtige gloed wenkte vooruit – een andere uitgang? Hoop trok haar vooruit. De doorgang verbreedde zich tot een verborgen baai, het zand bezaaid met puin – plastic kratten, viskoorden, en de giftige geur van olie.
En toen zag ze het. De beer stopte bij een wirwar van groene netten. Een kleine vorm spartelde zwakjes onder het net, bedekt met dikke zwarte modder. Tessa’s maag draaide zich om toen ze besefte wat ze zag.