Een luide monitortoon doorbrak de stilte weer. Ze stond op en beet met haar nagels in haar handpalmen. Een conciërge die met een dweil stond te pauzeren, keek haar na. “Ze doen wat ze kunnen,” zei hij zachtjes. Ze knikte, niet in staat om te antwoorden.
De tijd vervormde. Ze staarde drie keer naar een poster van geredde zeeotters voordat ze zich realiseerde dat ze het nummer van de hotline uit haar hoofd had geleerd. Haar telefoon zoemde een keer – een spam-oproep. Ze legde het zwijgen op, bang dat ze nieuws zou missen. De deur van de operatiekamer zwaaide open; Dr. Hallett leunde naar buiten met vermoeide ogen.