“We zijn nog bezig,” riep hij. “De druk is laag. We warmen de IV-vloeistoffen op tot lichaamstemperatuur.” Hij verdween voordat ze nog een vraag kon stellen. Ze zakte weer neer, tranen dreigend. Lage bloeddruk. Dat klonk bijna definitief.
Er gingen nog twintig minuten voorbij. Ze speelde elk moment op het strand na: de stille nadering van de beer, de begeleidende wandeling, de warboel van netten. Ze herinnerde zich de ribben van het jong, scherp onder het slib, en vroeg zich af hoe zoiets kleins nog kon vechten.