De dag was perfect geweest, totdat hij dat niet meer was. Claire was halverwege een hoofdstuk, de zachte stilte van het getij synchroon met haar ademhaling, toen een plotselinge, koude spray haar blote benen en bovenlichaam raakte. Ze hijgde en rukte zich overeind toen druppels over haar huid rolden en de stof van haar gewaad donkerder maakten.
Haar blik ging naar de bron. De jongen sprintte al weg, de plastic emmer zwaaide wild heen en weer, zijn gelach volgde als de staart van een vlieger. Claire poetste de natte plekken op haar kleren met weloverwogen zorg, maar de sereniteit waar ze de hele week voor gevochten had, begon zich al af te tekenen.
Even overwoog ze het te laten gaan. Eén onvoorzichtige plons hoefde de dag niet te verpesten. Maar toen zag ze hem in de verte de emmer weer vullen – het water klotste hoog over de rand terwijl hij naar haar toe waggelde met een grijns die meer problemen beloofde. Haar kaak verstrakte. Claire’s kalmte stond op het punt getest te worden.