Ze nam een langzame slok uit haar thermosfles en probeerde opnieuw al het andere te laten overstemmen door het geluid van de golven. Op dat moment kwam de jongen het zand weer opscheuren en schreeuwde iets tegen zijn moeder over het “koude water” en “krabben”, waarbij hij elk woord afstrafte met een stamp die fijn zand over Claire’s handdoek spoot.
De vrouw keek niet op, haar vingers vlogen nog steeds over haar toetsenbord en mompelde alleen een verstrooide “Dat is leuk, schat” voordat ze zich weer volledig op haar scherm richtte. De uitstapjes van de jongen naar de kust werden een lus; sprint naar het water, schep een emmer vol, race terug en dump het ergens twijfelachtig.