De jongen was al bezig met zijn volgende missie en stampte met zijn hakken een natte geul in het zand, elke plons luid en weloverwogen, het ritme recht in Claire’s oren. Ze sloeg haar boek weer open, maar de woorden wilden niet blijven staan. Elk gegiechel, elke plons, elke dreun voelde als een opzettelijke por.
Ze zat verstijfd in haar stoel, het gewicht van de situatie nestelde zich als een steen in haar maag. Er was niets dat ze kon zeggen dat een deuk kon maken. De moeder had duidelijk gemaakt dat ze niets van haar wilde horen en de jongen leek meer energie te hebben dan de vloed zelf.