Uiteindelijk vond ze een stukje zand ver genoeg van de hoofdingang om zich rustig te voelen, maar nog wel binnen het zicht van de andere strandgangers. Het zachte gesis van de golven bereikte haar hier duidelijk, slechts onderbroken door af en toe een schreeuw van een meeuw.
Ze spreidde haar handdoek voorzichtig uit, schopte haar sandalen uit en nestelde zich in haar stoel, terwijl ze haar thermosfles met ijsthee binnen handbereik zette. Ze zette haar lichaam in een bepaalde hoek en steunde zichzelf om weg te zinken in het vertrouwde comfort van haar boek.