Toch stelde ze zich voor hoe de kaken zich over haar onderarm sloten telkens als het zand onder haar piepte. Een scheef houten bord waarschuwde voor “onstabiele kliffen”. Daarachter versmalde de kustlijn zich tot een lint van zand omzoomd door grillige rotswanden.
De wolf stopte, wierp een blik achterom naar Noemi en zwaaide met zijn staart in de richting van de kloof voor haar – een opening in de klif die nauwelijks breed genoeg was om een persoon te laten passeren. Ze aarzelde en controleerde de afstand tot haar huisje.