Tergend lang verschoof de blik van de beer van Nicole naar Mike en weer terug. Uit zijn houding sprak onzekerheid, alsof hij worstelde met zijn vecht-of-vluchtinstincten. Mike ademde oppervlakkig en zijn gedachten dwarrelden door elke angstaanjagende mogelijkheid: de beer zou kunnen aanvallen, Nicole zou kunnen schreeuwen, of iets anders in het bos zou hen kunnen bespringen.
Mike legde zijn hand langzaam op zijn borst, om de aandacht van de beer te trekken. “Rustig,” fluisterde hij schor met een trillende stem. “We zijn hier niet om je pijn te doen. We proberen alleen maar te helpen.” Hij betwijfelde of de beer het echt kon begrijpen, maar hij hoopte dat hij zijn kalme houding herkende. Onder zijn woorden kronkelden zijn gedachten: “Jij hebt me hierheen geleid.”