Langzaam tilden ze hem uit de kuil. Zodra hij vrij was, rolde de man op de grond, zwaar ademend. Het maanlicht onthulde een donker figuur, gescheurde kleren en besmeurd met vuil. Mike merkte op dat zijn been ongedeerd leek, ondanks zijn eerdere kreten.
Voordat Mike vragen kon stellen, stond de vreemdeling met verrassend gemak op. Hij opende een mes waarvan het lemmet in de zilveren gloed opving. Nicole hijgde en stapte achteruit. De uitdrukking van de man veranderde in iets kwaadaardigs. “Bedankt voor de hulp,” snauwde hij, terwijl hij met het wapen zwaaide.