Een hotelbediende besluit naar buiten te gaan voor een pauze, maar hij heeft de beer niet opgemerkt die buiten op de loer ligt

Dieper het bos in kwamen ze bij een geïmproviseerd kamp. Tenten doemden op tussen boomstammen, verlicht door schemerige lantaarns. Verschillende mensen gekleed in ruige uitrusting keken hen argwanend aan. Bij de grootste tent stond een kleine kooi met daarin iets dat jankte – de vorm van een bang berenjong.

Mike’s keel verstrakte. Dus dat verklaarde de acties van de volwassen beer. Het arme dier wilde hulp om zijn jong te bevrijden. Dit waren stropers, een verdraaide groep die wilde dieren uitbuitten voor winst. Het jong kroop ineen in de kooi, oren plat van schrik. Mike keek om naar de moederbeer.