De volledige naam gleed van Diane’s lippen als een steen in het water, de rimpelingen verspreidden zich onmiddellijk over Carol’s borst. Herkenning drong tot haar door, koud en genadeloos. Ze forceerde een neutrale uitdrukking en knikte alsof het geluid niets betekende, terwijl vanbinnen het verleden wakker werd en haar aandacht opeiste.
Alsof de situatie nog niet fragiel genoeg was, leek één lerares in het bijzonder Diane’s vastberadenheid te willen breken. Mevrouw Connors, de geschiedenislerares, viel haar altijd lastig – ze corrigeerde haar hard, spotte met haar fouten en voedde het gelach van de klas. Elke straf die Diane kreeg leek terug te voeren op haar hatelijke opmerkingen.