De tijd leek stil te staan. Samantha’s nagels groeven zich in haar handpalmen. Haar borst deed pijn van het inhouden van haar adem. Toen draaide Alex zich om en keek haar aan. Zijn gezicht straalde opluchting uit. “Het is Pablo niet,” zei hij zachtjes. “Het is een witte eekhoorn.” De woorden drongen als licht door de mist.
Opluchting ging zo plotseling door haar heen dat ze er bijna van omviel. Het was Pablo niet. Hij was nog steeds daarbuiten. Maar de adrenaline die haar overeind had gehouden, trok in één keer weg en maakte haar zwak. Samantha zakte neer op een nabijgelegen rots. Haar gezicht viel in haar handen, overweldigd door alles tegelijk.