Shadow werd ongeduldig. S Nachts klauwde hij aan de schuurdeur en gromde als Elise hem probeerde te kalmeren. Ze zat buiten met een lantaarn en fluisterde slaapliedjes die ze ooit zong toen hij klein was. Soms werkte het. Andere keren sloeg hij zo hard tegen de muren dat ze bang was dat de buren het zouden horen.
Op een avond vergat Elise de laatste bout vast te maken. Er stak een storm op met bulderende donder. Tegen de ochtend stond de schuur open. Modderige pootafdrukken leidden naar het bos. Elise’s borstkas holde uit. Ze riep verwoed, fluisterde Shadow’s naam, doodsbang dat iemand anders het spoor eerder zou volgen dan zij.