Die nacht lag ze wakker en staarde naar het schuurtje buiten waar Shadow de meeste dagen opgesloten bleef. Ze kon vaag het profiel van de panter zien, wild en majestueus, door een raam. Elise realiseerde zich wat ze had gebouwd: een kooi van liefde, één storm verwijderd van instorting. Ze huiverde, wetend dat ze binnenkort zou moeten kiezen wat ze niet kon verdragen.
Dagen later klopte een wildlife officer aan. Zijn klembord stond vol met rapporten: vermiste huisdieren, vreemde sporen. Elise hield de deur half gesloten en hield vol dat ze niets ongewoons had gezien. Shadow hurkte boven, stil maar opgerold. Toen de agent wegging, drukte Elise haar rug tegen de deur, het zweet liep over haar handpalmen. De muren sloten zich.