En voor het eerst sinds ze aan de klim waren begonnen, wist hij één ding zeker: Wat ze ook hadden gehoord – wat er binnen was gevallen en gekreund – het was niet van de berg gekomen. Het kwam van het huis. Van dichtbij voelde de structuur minder als een mysterie en meer als een probleem dat ze niet konden negeren.
Het hout was oud maar intact, netjes in de kalksteen geperst alsof de berg eromheen was gegroeid in plaats van het af te stoten. De deur zat gelijk met de rots, smal en verstevigd, het frame donkerder waar iets uit de binnenkant had gelekt. De roze vloeistof liep in dunne, ongelijke lijnen van onder de deur naar beneden en maakte vlekken op de steen waar ze zich aan vasthielden.