“Woon je hier?” Vroeg Ethan voordat hij zichzelf kon tegenhouden. De man liet een ademloze lach horen. “Ja,” zei hij. “Zoiets.” Ondersteboven hangend in een verborgen holte van de berg, omlijst door een waterval en zonlicht, leek hij nu minder op een bedreiging – en meer op iemand die al heel lang alleen was.
En plotseling was het huis in de rots veel logischer. Ethan hield de liaan in evenwicht terwijl Nora de knoop losmaakte. Het duurde een paar voorzichtige seconden, maar uiteindelijk gaf de spanning het op. De man liet zich de laatste korte afstand vallen en landde met een verbaasde grom hard op zijn rug.