“In ruil voor de reis werd ons gezegd dat we een jaar aan boord van het schip zouden werken,” zei Ahmed. “Maar ze lieten ons nooit gaan. Telkens als het jaar om was, verzonnen ze excuses – vertragingen, papierwerk, problemen met aanleggen. Ik ben hier nu twee jaar. Sommige mannen,” hij gebaarde om zich heen, “zitten al veel langer vast.”
De omstandigheden, zei hij, waren wreed. Ze werden in containers gepropt zonder ventilatie of stromend water, moesten urenlang rotjes in elkaar zetten of zware arbeid verrichten rond het schip. “Geen loon. Geen rust. Alleen diensten die nooit eindigen,” zei hij. “Ze zijn niet van plan om ons ooit van dit schip te laten gaan.”