“Ben je blind?” blafte de man haar toe. Zijn stem was scherp en brak haar uit haar trance. “Wat is er met je aan de hand? Zie je niet dat hier twee mensen zitten?” “Wie is zij?” Vroeg Emily, haar stem trillerig, bijna onhoorbaar.
De man staarde haar aan, duidelijk in de war. Hij fronste zijn wenkbrauwen. “Wat bedoel je?” “Wie is zij in godsnaam?” Emily’s stem werd luider toen de paniek toesloeg. De tranen kwamen voordat ze ze kon tegenhouden. De vrouw aan tafel, een onbekende voor Emily, draaide zich naar haar om, een geërgerde blik verspreidde zich over haar gelaatstrekken.