Haar gedachten werden in beslag genomen door de man die op Luke leek en ze kon het beeld van hem niet van zich afschudden: daar zittend, zo levendig en levendig, met een vrouw aan zijn zijde. De verwarring knaagde aan haar en hoe ze ook probeerde zichzelf af te leiden met werk, de herinnering aan die ontmoeting lag altijd op de loer in haar achterhoofd.
Die nacht, terwijl het schip zachtjes deinde op open zee, kon Emily niet slapen. Haar gedachten bleven terugkomen op George, op de griezelige gelijkenis die hij had met Luke. Ze kon het feit niet negeren dat George al tien jaar getrouwd was – evenveel jaren als zij met Luke getrouwd was geweest.