Toen de man die avond eindelijk arriveerde, ging Elises waakzaamheid meteen omhoog. Hij was lang, breedgeschouderd, in pak en jas, alsof hij net terugkwam van een bestuursvergadering. Hij hield zich ongemakkelijk, zijn ogen neergeslagen. Een zakenmagnaat met een ego, dacht Elise automatisch, zich voorbereidend op spanning.
Maar toen hij opkeek, haperde haar veronderstelling. “Hé, liefje,” zei hij zacht tegen Olivia. Zijn stem was ruw maar vriendelijk. Hij stapte dichterbij, onzeker maar warm, en Elise zag Olivia’s gezicht oplichten met iets dat voor het eerst sinds haar bevalling op opluchting leek.