Terwijl de anderen zich bezighielden met de routine na de bevalling, bleef Elise naast haar bed staan. Haar ademhaling werd rustig, maar haar ogen bleven open, glazig, verloren en gefixeerd op een privé-angst die alleen zij kon zien. De verpleegster paste haar deken aan, voorzichtig om haar niet te storen na de beproeving die zij, haar lichaam, haar hele wezen had doorstaan.
Uren later, toen de afdeling weer in het ritme van middernacht zat, kwam Elise terug om Olivia’s vitale functies te controleren. “Wil je dat ik iemand bel?” vroeg ze zacht. Ze knipperde een keer en draaide toen haar hoofd weg. “Nee,” fluisterde ze. “Voorlopig niemand.”