Misschien was het instinct of schuldgevoel – het soort dat ervoor zorgt dat je tot na je dienst naar een vreemde blijft staren omdat je bang bent voor wat haar te wachten staat als je weggaat. Elise zette een stoel naast haar bed en bleef zitten, luisterend naar het zwakke gezoem van de monitoren, wachtend tot ze zou spreken, als ze dat kon en wilde.
De ochtend brak langzaam aan, goudkleurig door de jaloezieën. De afdeling was nu stiller, de machines stabieler en de wereld rustiger. Olivia zat rechtop en wiegde haar baby met een blik die niet echt verwondering uitstraalde, maar ook geen afwijzing. “Dank je,” mompelde ze toen ze merkte dat de verpleegster keek, haar stem klein maar vast.