We wisten wel beter dan Nora als wreed of onzorgvuldig te bestempelen; ze was zo’n voorzichtig persoon – zelfs als kind. Ze maakte nog steeds eten met ons, lachte om kleine grapjes en liet Post-it briefjes achter op de koelkast als ze te laat zou komen. Maar nu voelde elk van haar gebaren als een verband over een etterende wond. Ze was dichtbij, maar gleed steeds verder weg.
Als kind was Martin altijd haar held geweest! Ze klampte zich vast aan haar vader en geloofde hem op zijn woord. Natuurlijk, als meisjes opgroeien, verandert die band onvermijdelijk, maar ze hield nog steeds van haar vader. Ik heb altijd geloofd dat er een speciale band tussen hen bestond waar ik, haar moeder, geen ruimte voor had.