Mijn dochter (19) ging tegen onze wil om met een man (43)

We discussieerden of we het haar moesten verbieden. Martin pleitte ervoor en balde zijn vuisten. “Ze is negentien,” herinnerde ik hem eraan. “Geen kind dat we huisarrest kunnen geven.” “Negentien is ook geen volwassene,” schoot hij terug. Hij had geen ongelijk. We zaten gevangen in de grijze ruimte tussen haar willen beschermen en controleren.

Toen ik haar botweg vroeg of dit een romantische relatie was, lachte ze. Haar gezicht was onleesbaar en misschien dat een zweem van verdriet rond haar ogen me verontrustte. “Je doet het weer. Je verbeeldt je het ergste,” zei ze. En toch gaf ze ons niets meer. We moesten het doen met deze vage ontkenning, als dat was wat het was.