Ik schaam me om toe te geven dat we haar kamer een keer hebben doorzocht, schuldig als dieven. Er waren geen onverklaarbare enveloppen, pennen of boeken. Ze moet ze ergens anders hebben verstopt, of ze misschien altijd bij zich hebben gehad. De leegte was het ergste. Daardoor leek haar geheim weloverwogen, luchtdicht. Ze wist precies wat ze voor ons verborgen hield.
We konden niet ontkennen dat ze opbloeide. Haar cijfers verbeterden, haar stem werd stabieler en haar zelfvertrouwen schoot omhoog. Ze kwam thuis terwijl ze onder haar adem neuriede, alsof een geheime melodie haar droeg. Ze leek meer op zichzelf en toch was ze totaal veranderd. Geluk had ons moeten troosten. In plaats daarvan maakte het ons meer bang.