We wachtten die avond op haar terugkeer, zenuwen gespannen als draad. Nora’s gezicht straalde van een geheime tevredenheid. Toen ik vroeg met wie ze was geweest, gaf ze een glimlach die alleen tieners leren te perfectioneren, zacht, maar onleesbaar. “Je zou het niet begrijpen, mam,” zei ze zacht.
Eerst wilde ik het weglachen. Een studiepartner, misschien. Een mentor. Maar Martin geloofde die theorie niet. Hij liep door de keuken en mompelde iets over grenzen, fatsoen en roofdieren. Ik probeerde hem het zwijgen op te leggen, maar de knoop in mijn maag stemde toe. Negentien was nog zo jong!