Ze wimpelde het eerst af. Hij had ook veel meegemaakt. De bevalling was lang en beangstigend geweest; ze was op het laatst flauwgevallen. Misschien had hij gewoon tijd nodig. Een verpleegster kwam binnen om de vitale functies te controleren en notities te maken op haar klembord. James stapte dichter naar haar toe en sprak zo zachtjes dat Emily niet elk woord kon verstaan, alleen stukjes, “normaal?”… “niet wat ik verwachtte.”
Voordat ze kon vragen wat dat betekende, ging zijn telefoon. Hij mompelde een verontschuldiging en stapte de hal in, de deur half open achter zich latend. De verpleegster bleef hangen, de dekens opruimend, de monitor bijstellend. Toen keek ze Emily aan met een flauwe glimlach, het soort dat mensen gebruiken als ze iemand proberen te troosten die nog niet weet dat hij getroost moet worden.