Het geschreeuw, de verontschuldigingen, het voelde allemaal ver weg, gedempt. Haar gedachten dwaalden af naar het geluid van James’ stem op de dag dat hij vertrok, naar de twijfel in zijn ogen die ze voor verdriet had aangezien. Toen het lawaai minder werd, wendde mevrouw Graham zich tot haar. “We vechten dit aan,” zei ze vastberaden. “We zorgen ervoor dat ze betalen.” Emily knikte, haar stem zacht. “Als je een verklaring nodig hebt, zal ik er een geven.” Mevrouw Graham knipperde met haar ogen.
“U bent niet boos?” Emily keek neer op de slapende baby in haar armen. Het kind dat ze door elke storm had vastgehouden, van wie ze had gehouden door elke beschuldiging heen. “Ik heb geen woede meer over,” zei ze rustig. “Ik wil haar gewoon mee naar huis nemen.” Dr. Wilson opende haar mond, maar Emily stond al op. “Alsjeblieft… hou me op de hoogte.”