De hond jankte, zijn kop zakte alsof hij zich eindelijk overgaf. Zijn lichaam verslapte net genoeg zodat de redders de stof helemaal weg konden tillen. Hij snuffelde zachtjes aan de kittens, jankend, zijn ogen nat van uitputting. Hij had ze niet gevangen. Hij had ze gered door ze warm te houden.
Eén kitten liet een dun, klagend geluid horen, zijn stem leek griezelig veel op het gehuil van een zwakke zuigeling. Tina huiverde en besefte hoe gemakkelijk ze overtuigd was, hoe wanhopig haar geest de lege plekken had opgevuld. Maar in werkelijkheid waren hun kreten niet minder dringend.