Ethan liep twee keer over de lengte van Riverside, de sleutel in zijn hand geklemd, maar telkens eindigde de straat in dezelfde abrupte bocht. Er was geen spoor van Street 25, geen verborgen bocht of smalle steeg die hij over het hoofd had gezien. Het adres bleef aan hem trekken, onmogelijk en vasthoudend.
Hij hield een voorbijganger aan, een oudere vrouw die boodschappen droeg. “Dit is Riverside Street, toch?” vroeg hij, proberend nonchalant te klinken. Ze knikte zonder aarzelen, wees zelfs terug naar de rij huizen. “Riverside, ja. Nummers stoppen daar bij twintig. Je bent nu aan het einde ervan.”