Tegen de schemering bevond hij zich weer op Riverside Street, notitieboekje in de hand, de sleutel zwaar in zijn zak. Hij fluisterde de naam onder zijn adem, Blackwood, alsof hij iemand zou kunnen oproepen die het zich nog herinnerde.
Tegen de derde avond was Ethans vastberadenheid uitgedund. Hij had rondjes gelopen door de stad, notitieboekpagina’s vol met vraagtekens en halve antwoorden, elke vraag over de Blackwood familie eindigde op dezelfde manier: verwarring, beleefde schouderophalen, of vage herinneringen die nergens toe leidden.