Hij liet zich in een stoel bij de deuropening zakken en staarde naar de foto alsof hij geesten van vlees en bloed zag. “Je weet niet wat dit betekent,” fluisterde hij. “Deze restjes… deze sleutel… deze foto. Ze zijn meer dan voorwerpen.
Ze zijn mijn familie. Mijn herinneringen. Mijn verleden. Ik dacht dat ik ze nooit meer zou aanraken.” Zijn lippen trilden in een glimlach, met zowel verdriet als dankbaarheid. “Je hebt me een stukje van mezelf teruggegeven.”