Hij hield de sleutel niet vast als een voorwerp, maar als een bewijs dat iets dat verloren was gegaan, terug kon komen. Ethan ademde de koele lucht in en glimlachte flauwtjes. Hij voelde zich niet langer een buitenstaander die door onbekende straten zwierf.
De stad had zich stukje bij beetje voor hem geopend, tot haar geschiedenis de zijne was geworden. Wat begon met het verwoede graven van een hond was geëindigd met het herstellen van herinneringen – en met Ethan die een plek had ontdekt waar hij eindelijk thuishoorde.