Een stukje metaal, misschien. Een handvat? Een stuk hekwerk? De gedachte deed zijn maag samentrekken. Misschien was de hond niet gewoon moe. Misschien had iets daar beneden hem gestrikt; een spijker, een draad, een begraven stuk schroot van de glijbaan. Dat zou kunnen verklaren waarom hij zich niet verroerde, waarom hij vast bleef zitten in die onnatuurlijke stilte.
Hij probeerde opnieuw te voelen, schoof zijn vingers lager tot de hond een lage grom liet horen; een gespannen, uitgeput geluid dat zowel stop als blijven leek te zeggen. Owen trok zijn hand langzaam terug, modder sleepte langs zijn pols.